Ik ben dit keer belerend, boos en blij. Allemaal in één column. Ga maar even zitten, want hij is langer dan anders.
Laat ik blij beginnen. We hebben goed gescoord met ons Trainerscongres op 11 oktober. Van de 1.100 tennisleraren die er waren, krijgen we gemiddeld een afgeronde 8. ‘Uitverkocht’ congres, collega’s van alle KNLTB-afdelingen die hebben geholpen om het tot een succes te maken, toch weer één van de grootste congressen in ons land en 0,4 hogere waardering dan vorig jaar. Lekker.
Tot zover het leuke deel. Ik heb over een paar dingen de pé in. En flink ook. Ik heb een basisgedachte in mijn leven. Die hanteer ik overal bij; in mijn gezin, werk, met collega’s, als ik werk met vrijwilligers, maar ook in mijn vroegere leven als tennisprof. Je werkt aan een gezamenlijk doel ongeacht op welk front en het kan best even duren voordat je dat bereikt hebt. Voorwaarde voor het bereiken van dat doel is wel dat je bereid moet zijn er samen tijd in te stoppen. Niet iedereen zal er evenveel tijd in kunnen stoppen -een hele of halve kostwinner levert een andere bijdrage aan het gezinsdoel dan diegene die de thuissituatie helemaal of half verzorgt- maar de bereidheid om er samen tijd in te stoppen moet er wel zijn. Daarnaast vraag ik oprechtheid om mee te werken om dat gemeenschappelijke doel te bereiken. Als mensen aan die oprechtheid twijfelen, is het lastig om mensen deelgenoot te maken van je verhaal.
Op dat laatste punt ben ik geraakt. Ik lees lang niet alles wat er over mij of ons als KNLTB geschreven wordt in de diverse media of in columns, maar ik word door anderen wel op de hoogte gehouden. Als ik dan hoor dat er op sommige plekken klakkeloos, zonder hoor of wederhoor, wordt getwijfeld aan onze oprechtheid om tennis weer naar een hoger niveau te tillen, ben ik pissed. Onze oprechtheid hè, want heel veel collega’s steken er heel veel tijd in, niet alleen ik.
Terwijl het heel simpel is; we doen ons stinkende best met maar één reden; meer tennis brengen in Nederland, de sport weer naar een hoger niveau tillen, meer toptennissers opleiden en tennisleraren helpen hun vak beter uit te laten uitoefenen. Daar zit geen enkele tweede agenda achter. Het is spijtig -en dan druk ik me zachtjes uit- als je dan leest dat dat anders zou zijn. Pissed is toch meer op zijn plaats, sorry.
Ik hoor over artikelen die online komen en daarna word ik gevraagd daar een reactie op te geven. Als ik dat niet doe, staat er dat ik een reactie weiger. Dat doe ik inderdaad niet omdat het niet het platform is waar ik op moet reageren. De tennissport is er niet bij gebaat als ik op dat platform ga reageren. Onze sport is daar niet mee gediend.
Een heleboel collega’s van mij werken keihard aan tennis en toptennis. Natuurlijk zullen er dingen af en toe niet goed gaan, maar er wordt keihard gewerkt aan dat gemeenschappelijke doel, met die tijdsinvestering en die oprechtheid waar ik het over had. Dat betekent echter niet dat er altijd iets uitkomt wat voor iedereen wenselijk is. Topsport is niet altijd leuk en de uitkomsten van keuzes die moeten worden gemaakt zijn ook niet voor iedereen leuk. Dat hoort bij topsport en het nastreven van topsport.
Er moet me nog iets van het hart. Het congres vorige week eindigde met een incident. Het programma liep 6 minuten uit. Maar al een half uur voor het einde van het congres stonden 30 tot 40 man te ruziën met oprecht hardwerkende collega’s, dat ze wilden uitchecken en dat ze hun PO punten wilden. We hebben juist geluisterd naar de tennisleraren om een uur eerder te starten. Dan heb je een issue met mij. Iedereen zal een goede reden hebben gehad om eerder weg te moeten, maar dan zeg ik; dan moet je geen andere afspraken plannen kort op het congres, of je moet niet naar het congres komen en je PO punten op een ander moment halen. Het past niet in mijn basisgedachte. Trots op Tennis zou ook moeten betekenen dat je je positief uit laat over bijvoorbeeld een Trainerscongres en niet alleen maar de negatieve zaken belicht. Ik neem aan dat iedereen in zijn leven ook wel eens een compliment uitdeelt in zijn naaste omgeving en zelf af en toe graag ontvangt. Gelukkig hebben alle leraren dat ook gedaan door een mooi cijfer te geven.
De reden dat we 6 minuten uitliepen was overigens wel een hele mooie. We huldigden Frits Don, Henk van Hulst en Cees Houweling, die als trainers werden toegevoegd aan de KNLTB Tennisleraren Hall of Fame. Annemiek de Jong-Blom was vorig jaar de eerste trainster in die Hall of Fame. Frits, Henk en Cees zijn alle drie als trainer hun hele leven positief kritisch geweest voor tennis en naar de KNLTB. Hun hele tennisleven was er één van passie en kritiek, maar wel met één gemeenschappelijk doel. In het Nationaal Tennis Centrum, dat bijna klaar is, komt een plaquette waarop ze allemaal staan. Die zes minuten extra hebben ze dik verdiend.