Het is ook nooit goed hè! Wordt er gelukkig weer gespeeld, zitten we met een luxeprobleem; jeugdcompetitie, open jeugdtoernooien, KNLTB Junioren Tour en internationale jeugdtoernooien. Ineens gebeurt er weer van alles en nog tegelijk ook. Zo kun je maanden géén wedstrijden spelen, zo moet je kiezen en moet je soms het één laten schieten om het andere te kunnen spelen. Kom je verder in je toernooi, hoe moet het dan met je competitieteam? Wij hebben gedacht; moeten wij de regie nemen en zaken niet door laten gaan, maar daar hebben we niet voor gekozen. We faciliteren zoveel mogelijk initiatieven en hopen op zoveel mogelijk flexibiliteit en integriteit van iedereen die betrokken is. Dat is ook een keuze. Dat kan best lastig worden voor toernooicommissies, kids en ouders, maar ze moeten zelf de keuzes maken die het beste passen. Met begrip voor elkaar.
Maar het aller voornaamste…….we spelen weer. Gelukkig. Spelen of niet spelen, dat was afgelopen maanden the question. We spelen!
Of ik daar blij mee ben? Dat is zachtjes uitgedrukt, daar ben ik heeeeel blij mee. Heerlijk. Ook super blij ben ik omdat de twee future toernooien in Alkmaar en Den Haag definitief door gaan. En in de tweede Wimbledonweek bij het Nationaal Tennis Centrum vindt voor het eerst onze eigen Amstelveen Women’s Open plaats, gevolgd door het Van Mossel Kia Dutch Open, een Challenger in Amersfoort. Echt mooi! Best wel veel werk in korte tijd voor iedereen, maar super leuk werk. En voor onze spelers belangrijk om dichtbij huis te kunnen spelen en punten te verdienen voor de internationale ranglijst.
Het nieuwe begin maakt de pijn van het gemis een beetje goed, maar helemaal weg is die pijn natuurlijk niet. Geen Rosmalen bijvoorbeeld. Voor iedere Nederlandse tennisprof en fan is dat een vreselijk gemis. Het was gewoon een ABC’tje dat bij het tennisjaar hoort. Ik voel het gemis zelf in iedere vezel. Ieder jaar vijf dagen Rosmalen, van vroeg tot laat, op de kop af 222 kilometer per dag, 1 uur en 6 minuten als ik netjes reed. Dat Rosmalen er gewoon opnieuw niet is, is raar. Net als Wimbledon. Weer een jaar geen Wimbledon voor mij. Als je er dertig jaar lang twee weken achter elkaar bent geweest, is het raar om daar in de zomer niet te zijn. Ik heb uitgerekend dat ik een jaar van mijn leven op Wimbledon heb doorgebracht, dat mis ik toch wel heel erg. Ik zag deze week nog een filmpje van Mansour Bahrami en ons op Wimbledon, met volle tribunes. Daar werd ik wel behoorlijk melancholisch van. Oké; het klinkt een beetje als opa vertelt vanuit zijn leunstoel, maar ik ben 50 en Paul is 55 en hoe lang gaan ze ons nog uitnodigen voor de seniors? En we krijgen er de afgelopen twee jaar niet mee terug.
Maar nogmaals; er wordt gelukkig weer veel getennist en we hebben hopelijk nog veel mooie weken voor de boeg. En als we het toch over Spelen of niet Spelen hebben, met een beetje geluk hebben we zes mensen in Tokyo. Kiki in het enkelspel en met Demi Schuurs in de damesdubbel en hopelijk Wesley Koolhof, Jean-Julien Rojer, Robin Haase en Matwé Middelkoop in het herendubbel en ook nog in het gemengd dubbel. Genoeg om naar uit te kijken en zoals vorige keer al gezegd doe ik dat net als jullie vanuit hier, want de ploeg die naar de Spelen gaat is zo klein mogelijk van omvang.
Maar als ze nou allemaal gaan oogsten zoals Diede de Groot in Parijs weer heeft gedaan met haar enkel- en dubbelspeltitel op Roland Garros (gefeliciteerd kanjer!) wordt het toch een mooie tenniszomer en dan gaat ‘opa Sjakie’ er met een melancholische blik in zijn schommelstoel in de tuin in Epe heerlijk van zitten genieten. Hopelijk zien we elkaar in bescheiden aantallen deze tenniszomer op of langs de baan.