Maandagochtend 10.00 uur, Tulip Tennis Center Hilversum. Bankje aan de baan in de zomerzon en een licht windje. Ideaal tennisweer. Het NJK is een uurtje geleden begonnen. Deze week zijn de leeftijdscategorieën tot en met 16 en tot en met 18 jaar aan de beurt, volgende week tot en met 12 en tot en met 14 jaar, ook in Hilversum. Echte wedstrijden spelen. Voor het eerst in maanden. Eindelijk weer, net alsof er geen corona is.
Dat is niet helemaal waar. Het is op het park veel rustiger dan anders. Iedere deelnemer mag met maximaal twee begeleiders het park op. Lastige keuze –je ouders?- of alleen je pa of ma en je coach?- maar het is niet anders. Om drie uur start een nieuwe ronde. Niet eerder, niet sneller. Toch wel een beetje anders dan voor corona. Niettemin geniet ik; de topjeugd speelt weer. Heerlijk. Vergaderd wordt er vandaag ook, ‘op locatie’, zoals dat heet. Het zijn overigens niet de eerste potjes; de KNLTB Junioren Tour beet zaterdag de spits af.
Vorige week al schreef ik op een kladje drie begrippen waarover ik het wil hebben. Dat doe ik vaker, dingen die ik wil onthouden snel even puntsgewijs noteren. Ook als ze in bed opborrelen. Ligt papier en pen voor naast m’n bed. Doe ik al jaren.
Toegevoegde waarde, relevantie en haalbaarheid. Het zijn begrippen die momenteel veel door mijn hoofd spoken. Of het nou thuis is als partner of vader, maar ook met werk, of als coach van getalenteerde jeugd of bestuurder van een club; alles gaat maar om één ding; toegevoegde waarde, meerwaarde leveren.
Waarom gaat een kind tennissen? En waarom zou een kind meer willen tennissen? Waarom traint een kind liever bij trainer X dan bij trainer Y? En waarom zou een tennisleraar denken; ik kan het verschil maken. Waarom zou een bedrijf partner willen worden van de KNLTB? En waarom zou iemand een functie binnen onze organisatie willen hebben? Of waarom zouden wij hem of haar willen hebben? In mijn ogen draait het in al die gevallen om één ding; de toegevoegde waarde. Is het mijn nieuwe maatstaf? Nee, ik meet al heel lang zo, maar in de afgelopen maanden is het nog relevanter geworden. Daarom benoem ik het hier. Ik heb nou eenmaal belerende buien, vraag maar aan m’n vrienden.
Relevantie; nog zo’n thema dat in mijn hoofd doolt. Is topsport relevant in een tijd van corona? Voor mensen die er mee bezig zijn, ja. Maar in het grote geheel? Hoe relevant is het om nu de US Open te gaan spelen? Moet je erheen voor de punten? Of omdat je als prof het prijzengeld nodig hebt, omdat je ook een hoop kosten hebt? Maar als je gaat, loop je wel een gezondheidsrisico, of zit je straks in quarantaine. Hoe relevant is topsport dan? Of ik het pasklare antwoord heb? Mij lijkt het in ieder geval heel moeilijk om de relevantie er van in te zien.
Dan speelt er momenteel nog een punt; als je weet hoe je de meerwaarde kunt brengen en of iets relevant is, dan rest nog de vraag; is het haalbaar? Hoe zijn de financiële kaders? Evenementen succesvol neerzetten is op dit moment enorm moeilijk met alle regelgeving en beperkingen die er zijn.
Maar haalbaarheid geldt voor allerlei plannen die zijn gemaakt en die je ook in deze tijd toch wilt uitvoeren. En dan komt de belerende Sjakie in mij weer boven, die hamert op zijn drie D’s: draagvlak, daadkracht en doorzettingsvermogen. Heb je genoeg draagvlak? Krijg je genoeg steun om bijvoorbeeld door te gaan met de hervormingen die je hebt ingezet? Zorg ervoor dat je dat draagvlak hebt. Ga ook echt dóór met datgene wat je voor ogen hebt en denk niet ‘het komt wel’. Daadkracht dus. En blijf praten, blijf werken, blijf trainen, blijf zoeken en laat niet los. Doorzettingsvermogen, en daar komt wat mij betreft de vierde D om de hoek; die van discipline.
Ik heb de afgelopen maanden gemerkt dat ik moeite heb met mensen die dingen vragen en die niet oprecht de relevantie van iets kunnen inschatten en van mensen die een verkeerd beeld hebben van toegevoegde waarde.
Maar… en dat is puur positief, het meeste van deze twee ingrediënten hebben we als KNLTB afgelopen periode goed weten te mengen. De breedtesport heeft dit goed gedaan afgelopen maanden. Er zijn clubs waar tientallen leden bij zijn gekomen, de KNLTB is meer gegroeid dan in decennia. Er zijn meer geregistreerde en bijgeschoolde tennisleraren dan ooit. De meeste clubs en de tennisleraren begrijpen hun toegevoegde waarde. Nu is het zaak dat vast te houden. Hoe zich dit gaat vertalen in de topsport, daar zitten we nog middenin. Nu snel een paar mooie resultaten zou enorm helpen. Dat motiveert geweldig. Je ziet wat het presteren van Kiki heeft gebracht, maar ik moet nog zien wanneer het toptennis echt weer gaat opstarten…. Dat is nog een stevige puzzel. We zijn intussen aan het kijken wat we kunnen doen met onze toppers als Kiki, Robin en Diede, om die van nog meer meerwaarde te laten zijn voor ons tennis in het algemeen. Hoe kunnen we onze leden laten blijven voelen wat onze meerwaarde is en wat de meerwaarde van leraren op de club is?
Als ik dit vertaal naar het bankje in Hilversum waar ik dit tik, dan is het van belang dat de leraren die hier nú zijn zich blijven afvragen wat hun meerwaarde is voor hun pupil, zich de vraag stellen ‘waarom willen ze bij mij trainen?’ Heb je de oprechte bereidheid om het verschil te willen maken? Dan komt het succes ook.
Geniet lekker deze zomer… denk aan je meerwaarde… en…. blijf verstandig!